Rob van Assen
Jan Kroonsweg rond 1918

Een zonnige dag aan de Jan Kroonsweg in Noordwijk, ergens rond 1918. De lage witgeverfde huisjes met hun verweerde groene luiken en rode dakpannen staan dicht op elkaar langs het klinkerpad. De geur van de zee drijft door de lucht en overal klinken vrolijke stemmen van kinderen.

In de deuropening leunt Antje van der Niet-Onderwater op haar bezem, terwijl de tweeling van Cob de Bruin, Gerrit en Jo, nieuwsgierig om het hoekje gluurt.

Aan de overkant van het hekje staan Jaantje van der Wiel, in haar witte jurk, en haar moeder Cornelia van der Wiel-Smit, in de buurt beter bekend als “Keetje Tul”. Naast hen staat het kleine ventje Hugo van der Niet, bijgenaamd “Huug de Prikkepoes”, met een guitige blik en een hand vol zand.

De huisjes, eenvoudig en karakteristiek, vormden ooit een hechte buurtgemeenschap. Iedereen kende elkaar, men hielp waar men kon, en de stoepen werden regelmatig geschrobd tot ze glommen.

In de jaren vijftig zouden deze woningen verdwijnen, maar in dit schilderij van Rob van Assen leeft hun tijdloze sfeer voort: het licht, de rust, en het alledaagse geluk van een dorp waar de dag nog begon met een groet en een praatje over het hek.